Tekenen en schilderen doet Hennie van Dijk al vanaf zeer jonge leeftijd. Van mijn oma, die al snel gezien had dat ik veel belangstelling had voor dieren en schilderen, kreeg ik al op mijn 5e levensjaar tekenvoorbeelden van van alles en nog wat. Stadsgezichten, dieren en vooral paarden heb ik zo veelvuldig getekend. Eerst met houtskool, later verfijnd naar potlood, conté en dergelijke.
Mijn talent heb ik later gespecialiseerd in het schilderen van dieren in hun natuurlijke omgeving. Na een periode van olieverf, ben ik overgestapt naar aquarel. Om de verfijning te krijgen die ik er specifiek in wilde zien, heb ik wat gouache toegevoegd, waardoor de aquarelverf een wat dekkende eigenschap kreeg zonder de structuur van de aquarelverf zelf aan te tasten. De fijne pigmenten bleven dus goed zichtbaar. Hierdoor kon ik details beter uitwerken.
De kwaliteit van mijn werk is niet onopgemerkt gebleven, hetgeen resulteerde in een artikel in het blad “Art School magazine” (volume 81, September/Oktober 1996). Deze publicatie was goed voor de cover en een 6 pagina’s tellen artikel over de opbouw van één van zijn schilderijen.
In februari 2004 is mijn werk gepubliceerd in het blad Vrienden van de Olifant voor welke ik werd geïnterviewd, met name over mijn schilderijen van olifanten, schilder ik in diverse technieken, waarbij de mengtechniek van aquarel en gouache een groot aantal jaren het meest favoriet was.
Vandaag de dag schilder in met acryl op linnen doek. Met dit medium is nog veel meer detail haalbaar en kun je oneindig veel diepte creëren, waardoor de dieren er soms uit komen. De details worden zorgvuldig uitgewerkt, echter zonder naar een absolute fotografische weergave over te gaan. Het is, naar mijn mening beter om net hiervoor te stoppen.
Het blijft schilderkunst en de schilderijen hebben toch zoveel detail, dat de dieren en/of objecten zeer realistisch zijn geschilderd en men zou denken dat de werken ‘leven’.