Na 20 jaar actief te zijn geweest op de financiële markten met al zijn hectiek werd het tijd voor Jeroen Paulussen (1959) wat anders te gaan doen. De optiebeurzen de rug toe te keren en totaal iets anders te gaan doen was de meest voor de hand liggende beslissing. Al van jongs af aan had Jeroen een grote belangstelling voor tekenen. Dit heeft hij niet van een vreemde; zijn moeder en oudste zusje hebben beide de Rietveld Academie doorlopen.
Zelf heeft hij de oriëntatie-cursus op de Rietveld afgerond. Door omstandigheden kwam hij toch iedere keer weer op de handelsvloer van Amsterdam of New York als Market-maker terecht. Daar kwam abrupt een einde aan toen de fusie met verschillende beurzen ontstond en de automatisering zijn intrede deed. De handelsactiviteiten werden via beeldschermen en computermodellen voortgezet en de functie van de Market-maker ging grotendeels verloren. Dit was dan het moment de stap te nemen en toe te geven aan zijn passie: het schilderen!!
Via via kwam Jeroen Paulussen in contact met Henk Huig die vele jaren doceerde op de Rietveld Academie in Amsterdam, en kreeg de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij de schildersgroep “Veronese”, eveneens te Amsterdam. Drie jaar, iedere maandag onder het toeziend oog van Henk Huig tekenen en schilderen werpen zijn vruchten af hetgeen resulteert in prachtige stillevens.
Geïnspireerd door de oude meesters en met behulp van de klassieke schildertechniek is hij in eerste instantie begonnen reproducties te maken van o.a. “P. Claesz”, “J.Vermeer”, “Caravaggio” en “A. Mignon”. Met behulp van documentatie, de kennis van Henk Huig over de werkwijze van “de oude meesters” en zijn steun heeft hij veel inspiratie opgedaan, en ontwikkeld inmiddels zijn eigen stillevens volgens de leer van de ‘oude meesters’. Het is zijn intentie om in zijn werk gaandeweg de oude technieken meer en meer onder de knie te krijgen.
Hij heeft voornamelijk een voorkeur om bloemstillevens te creëren. Het maken van een goede compositie en het tekenen van de afbeelding vergen veel concentratie. Het opzetten en tekenen van een compositie neemt net zo veel tijd in beslag als het schilderen zelf. Hij richt zich op het gedetailleerd uitwerken van het schilderstuk. Druppels, insecten en bladeren vormen hier een onderdeel van. In zijn portretten komt dit ook heel duidelijk naar boven. Het enorm gedetailleerd werken is duidelijk te zien in de ogen, lippen en met name de handen van zijn onderwerpen. Van olieverflaag tot olieverflaag ontwikkeld het zich tot soms wel een fotografisch eindresultaat.