Hij woont in het prachtige buitengebied tussen Neede en Diepenheim.
In het universum van de beeldhouwer spelen paarden, stieren, vrouwen en abstracte werken een grote rol.
“Thema’s waar ik nog jaren mee toe kan; het ene werk komt voort uit het andere. Ik probeer steeds dichter bij het wezen van mijn objecten te komen. In ruim twintig jaar tijd heb ik mijn eigen stijl ontwikkeld”.
In de kelder onder het atelier cq werkplaats bevindt zich de expositieruimte met een gedeelte van de collectie. De beeldentuin rondom het landelijk gelegen huis herbergt de grotere werkstukken. Ter Braak organiseert geregeld open atelierdagen. O.a. jaarlijks tijdens het Hemelvaartweekend.
Afgezien van exposities in binnen- en buitenland wil hij potentiële opdrachtgevers en kopers gelegenheid bieden ook bij hem thuis een kijkje te nemen. In zijn eigen werkomgeving kan hij laten zien hoe een beeld tot stand komt en kan men beter praten over specifieke wensen.
Naast zijn vrije werk, werkt Anton ter Braak ook in opdracht. Voordat hij een opdracht aanneemt, kijkt hij of ze bij hem past en in zijn lijn van werken ligt. “Een opdracht moet prikkelen en uitdagen”.
Citaten
“Zijn beelden staan op de grens van abstract en figuratief. Ze zijn gemaakt uit de verbeelding, niet naar de werkelijkheid.
Wat wezenlijk is voor een vrouw, stier of paard, wordt in overdreven, wellicht zelfs geïdealiseerde vorm weergegeven.
Het materiaal, bij ter Braak altijd brons, doet de rest: gladde, gepolijste oppervlakken, contrasterend met ruwere delen, een grote schaduwwerking en een zekere klassieke voornaamheid die je bijna altijd associeert met brons”.
(Citaat uit een interview met Herman Havercate, dagblad Tubantia).
“In zijn compacte beelden van vrouwen, stieren en paarden, weet deze kunstenaar de kern, de ziel op een uiterst persoonlijke en krachtige wijze vast te leggen.
Met een innerlijk gevoel voor schoonheid maar ook door het geraffineerd gebruik van het materiaal.
De sierlijke gestaltes, van zowel dier als mens zijn verstild of juist vol beweging.
Door op diverse plaatsen te omsnoeren en omgorden met in metaal gestold verbandgaas of jutekoord schept de kunstenaar een werkwijze die de onderlinge delen en vlakken zowel verdeelt als verbindt en komt hij tot een respect afdwingende vormgeving met een eigenzinnig handschrift dat ook weer duidelijk aanwezig is in zijn abstractere werken”.(Citaat uit een recentie van Anita Tournois n.a.v. een expositie in Zeeland, PZC: krant voor Zeeland).