is vanaf 1985 actief bezig met schilderen, hoofdzakelijk in olieverf. Als autodidact volgt hij een leerschool van vallen en opstaan. Door zich te verdiepen in technieken, literatuur over het schilderen te lezen en te luisteren naar collega’s groeit het werk en wint het aan kracht en kleur.
Aanvankelijk wordt gewerkt in de stijl van de Haagsche School, maar in de jaren daarop vindt bij Leo Pors een verschuiving plaats naar een meer romantische stijl. Meer en meer wordt gezocht naar het detail. In de afgelopen jaren hebben de landschappen plaats gemaakt voor prachtige stillevens waarop o.a. glas en porseleinen objecten met een grote mate van tastbaarheid te zien zijn.
Op de achtergrond is er de haast onmerkbare overgang van donker naar licht, wat de voorwerpen een nauwelijks te evenaren uitstraling geeft. Zonder uitzondering verraden de stillevens een onfeilbaar gevoel voor een uitgebalanceerde compositie van vorm en kleur. Algemeen roemt men in het werk de stofuitdrukking van glas, metaal, keramiek en damast.
Ook de vruchten zoals tomaten, kersen en perziken oogsten veel lof. De schilderijen accentueren de eenvoudige dingen van het leven en stralen rust uit, zoals van een stilleven verwacht mag worden. Daarbij wordt de toeschouwer tot heel dicht bij het paneel gelokt.
Anekdotisch is het verhaal dat Leo Pors op een ochtend werd gebeld door een koper van een stilleven, als zou er een beschadiging op het paneel zitten. Een vergissing: de “beschadigde muur” was geschilderd……