woont en werkt sinds 1975 in stad Groningen. Daar werd hij van 1975 tot en met 1980 opgeleid aan de Academie Minerva. Zijn docenten waren Wout Muller, Diederik Kraaijpoel en Piet Pijn. Hij stond onder invloed van Paul Delvaux en James Ensor. Werk van Herman Tulp is opgenomen in de collectie van het Drents Museum te Assen en het Museum Møhlmann te Appingedam. Hij exposeerde onder meer in Hooghalen en Utrecht. Hij werd in 2008/2009 gevraagd voor de overzichtstentoonstelling ‘De verbazing van het Noorden’ in het oude Groninger museum. Het merendeel van zijn werk is in particulier bezit.
In de jaren 80 werkte hij samen met Hans Parlevliet aan diverse illustraties, waaronder CD-hoezen en boekomslagen voor diverse uitgeverijen. In 1990 ontvingen zij daarvoor de Eppo Doeve Prijs in het Stedelijk Museum te Amsterdam. In 1980, werden op de eerste dag van de examenexpositie (Academie Minerva) van Herman Tulp al vier schilderijen verkocht. Dat was niet verwonderlijk, want toen al zag men de rijke symbolentaal en het heldere kleurgebruik in Tulps schilderijen. Olieverven met verlaten, verwaarloosde treinen in vreemde landschappen; een onder water gelopen keuken – voorstellingen vol fantasie en met een onmiskenbaar magisch realistische inslag.
Hij legt zich toe op intieme, nostalgische stillevens, maar heeft ook andere onderwerpen op zijn repertoire. Zijn vrouwelijke naakten zijn kwetsbaar en sterk. In de loop der jaren wordt de eerst volop aanwezige symboliek en surrealistische toon ondergeschikt aan lichtval, sfeer en compositie. De vrouwen, meisjes, bevinden zich in ruimtes waar de tijd zijn sporen heeft nagelaten. Vaak is de lichtbron, in de vorm van een raam of deur, weerspiegeling in haar, aanwezig.