“Deze stijl heeft mij eigenlijk altijd het meeste aangesproken. Je kunt in het klassiek schilderen de werkelijkheid echt heel mooi weergeven. Judith Steenkamer vindt het iets toverachtigs hebben hoe het beeld ontstaat. Eerst lijkt het nog nergens op en is het nog heel vaag en schematisch en dan wordt het langzaam steeds gedetailleerder, steeds beter. Dat magische heb ik bij andere schilderstijlen veel minder. Het is 2d, maar je kunt toch een 3d illusie scheppen.”
Probeer je een eigen stijl aan een portret toe te voegen?
“Een portret moet zo realistisch mogelijk zijn, maar Judith Steenkamer maakt wel kleine aanpassingen. De focus leg ik meestal in het gezicht, omdat de blik daar het eerst naartoe gaat. Kleding houd ik meestal vaag, en schilder ik grof. In een portret gaat het om het gezicht en de herkenbaarheid. Ik schilder meestal na van foto’s, maar het is niet zo dat ik de foto zomaar kopieer. Ik maak wel keuzes in wat belangrijk is. Dit zijn vaak kleine aanpassingen, bijvoorbeeld als iemand heel veel rimpels heeft, die hoef ik niet allemaal keihard te schilderen. Vaak maak ik het dan iets zachter door de nadruk op de ogen te leggen. Je maakt keuze in de manier waarop je schildert, wat is belangrijk en wat niet? Waar moet ik eerst naar kijken? Hoe wil je de blik leiden? Een mooie belichting is een van de belangrijkste dingen. Je wilt vorm hebben en dan helpt het als je veel verschil hebt tussen licht en donker. Die suggestie wek je dan beter en het is ook interessanter in het schilderij. Ik probeer daarom vaak licht en donker in een groot bereik te zetten.”
“Ik wist al lang dat ik dat uiteindelijk wilde gaan doen, maar je moet eerst goed genoeg zijn om er genoeg geld mee te kunnen verdienen om van te leven. Ik heb een jaar lang met twee andere schilders in een atelier gezeten. Een van die twee, Emile van Dalen, heeft mij alle techniek geleerd. We zaten iedere dag in het atelier en na werktijd ging ik er vaak nog heen. Er staat dan constant iemand bij je om aanwijzingen te geven en dat is de beste manier om het te leren. Ik heb meegedaan met het publieksproject ‘Beeld van Beatrix’ van de NOS en Paleis Het Loo. Uiteindelijk had ik de publieksprijs gewonnen en ben ik in een liveprogramma van de NOS geweest. Dat heeft me heel veel publiciteit en opdrachten opgeleverd. Ik dacht toen: als het nu niet kan, dan weet ik niet waar ik op zit te wachten.
Er zijn veel meer mensen dan ik dacht die nog een geschilderd portret willen hebben. Ik zit ook bij De Portretwinkel 1, waarvan ik opdrachten krijg, maar er zijn ook mensen die me zelf benaderen. Zo is het uiteindelijk veel sneller gegaan dan ik had gedacht, want ik dacht dat het nog wel een paar jaar zou duren voordat ik de stap zou kunnen zetten. Het portret van Beatrix is nu verkocht aan Het Loo voor de eigen collectie en ik hoorde dat ze ook een portret van mij van Willem van Alexander willen kopen om naast die van Beatrix te hangen. Die komen dan naast elkaar te hangen. Die dingen helpen heel veel.”